De twee gedachtes achter Parkhursts Dalton Plan, ‘freedom’ en ‘interaction of group life’, zijn in Nederland niet letterlijk vertaald en overgenomen. Het Nederlandse daltononderwijs kent van oorsprong drie daltonprincipes: vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerken. De drie Nederlandse daltonprincipes corresponderen inhoudelijk niet geheel met de oorspronkelijke principes van Parkhurst. Ook de invulling van wat als de principes van het daltononderwijs geldt, is in de loop van de tijd geëvolueerd.

‘Freedom and responsibility perform the miracle’

Vrijheid is het eerste daltonprincipe, maar als het gerelateerd wordt aan onderwijs kan het een verwarrend begrip zijn. Soms associëren ouders het met vormen van een antiautoritaire opvoeding of met een soort ‘vrijheid-blijheid’. Vrijheid in het daltononderwijs betekent heel wat anders. Op daltonscholen heerst er geen vrijblijvendheid. Leerlingen mogen er niet zo maar doen wat ze willen en ze hebben ook niet de vrijheid om niet naar school te gaan. In het daltononderwijs krijgen leerlingen wel de vrijheid hun schoolwerk naar eigen inzicht te plannen.

Daltononderwijs is geen onderwijs waar leerlingen met de armen over elkaar afwachten tot de leerkracht opdrachten geeft. Leerlingen leren er initiatief te nemen en krijgen ruimte om naar eigen inzicht te werken. Dat bereidt hen voor om later, in de maatschappij, in vrijheid te kunnen leven en werken. Door leerlingen vrijheid te geven wordt onderwijs iets van het kind zelf. Hij wordt, wat tegenwoordig populair genoemd wordt, (mede-)eigenaar van zijn eigen leerproces. Als er al zoiets is als een ‘ideale daltonleerling’, dan is dat in ieder geval een leerling die met een plannetje in zijn hoofd ’s morgens naar school gaat, over wat hij die dag gaat doen.

Vrijheid maakt van leerlingen ondernemende leerlingen. De vrijheid die een leerling op een daltonschool krijgt, is altijd een vrijheid in gebondenheid. Hij moet leren rekening te houden met anderen, verantwoordelijkheid te dragen over zijn keuzes en verantwoording af te leggen over zijn werk en zijn resultaten. In de praktijk van het daltononderwijs wordt vrijheid vooral geconcretiseerd in het geven van keuzevrijheid. Leerlingen mogen op daltonscholen, met mate, kiezen wat ze willen leren, in welke volgorde ze hun werk willen doen, waar ze willen werken, soms ook met welk materiaal ze werken en vaak ook of ze alleen of samen werken.

Het dragen van verantwoordelijkheid voor het in vrijheid handelen op school is iets dat leerlingen proefondervindelijk moeten leren. En zoals bij al het leren, worden ook hier fouten en vergissingen gemaakt. Dat mag ook op daltonscholen, moet zelfs tot op zekere hoogte, want van het maken van fouten leer je. Wanneer leerlingen bang zijn voor het maken van fouten zorgt dat voor onzekerheid en voor een gebrek aan durf om te experimenteren en om je grenzen te verkennen en te verleggen. Op daltonscholen is leven het meervoud van lef.

‘The socialisation of the school’

Parkhurst leerde leerlingen samenwerken door ze samen te laten werken. Ze gaf leerlingen de gelegenheid om elkaar te consulteren als hulp bij het uitvoeren van taken vereist was. Zo ontwikkelt, volgens haar, bij de meeste kinderen socialiteit zich op een natuurlijke wijze. Leerlingen leren van elkaar en leren tegelijkertijd met elkaar om te gaan en rekening te houden met anderen.  Het gaat Parkhurst ook om het samen leven en samen leren van leraren en leerlingen en van leraren onderling. Het leven op school moet op het gemeenschapsleven lijken: ruimte bieden aan wederzijdse afhankelijkheid en verantwoordelijkheid.

Van drie principes naar vijf kernwaarden

De Nederlandse daltonidentiteit is altijd gestoeld geweest op drie principes. Onderwijs en dus ook daltononderwijs is constant in ontwikkeling. De veranderingen op het gebied van ontwikkelingspsychologie en didactische en maatschappelijke inzichten hebben in 2012 geleid tot een kritische bezinning op de daltonuitgangspunten. Hieruit zijn vijf nieuwe kernwaarden ontwikkeld, die hieronder kort beschreven staan:

1. Samenwerking

‘The school functions as a social community’

Een daltonschool is een leefgemeenschap waar leerlingen, leerkrachten, ouders, schoolleiding en bestuur op een natuurlijke en gestructureerde wijze samen leven en werken. Een daltonschool is ook een leeromgeving waar leerlingen en leerkrachten iets van en met elkaar leren. Doordat leerlingen samen met leerkrachten en medeleerlingen aan hun leertaken werken, leren zij met elkaar om te gaan en leren zij dat zij elkaar kunnen helpen.

Het verwerven van kennis en vaardigheden in samenwerking met anderen kan het leren vergemakkelijken. Leerlingen leren dat er verschillen bestaan tussen mensen. Ze leren naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor elkaar. Als leerlingen met elkaar samenwerken, ontwikkelen ze sociale vaardigheden en leren ze reflecteren op de manier waarop ze leren, zoals het beoordelen van een eigen inbreng en die van een medeleerlingen, het aangaan van de dialoog, het leren omgaan met teleurstellingen en het ervaren van een meeropbrengst uit de samenwerking. Het uiteindelijke doel is democratisch burgerschap. Een daltonschool is een oefenplek voor democratisering en socialisering.

2. Vrijheid & verantwoordelijkheid

‘Freedom and responsibility together perform the miracle’

Vrijheid is noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen maken en eigen wegen te vinden. Vrijheid in het daltononderwijs is de gelegenheid krijgen om het taakwerk zelf te organiseren. De opgegeven leerstof en de eisen die daaraan worden gesteld, de tijdslimiet, de werkafspraken en de schoolregels vormen de grenzen waarbinnen de leerlingen hun vrijheid leren gebruiken. Een leerling leert verantwoordelijkheid voor zichzelf en zijn omgeving te dragen, als zijn omgeving hem daarvoor de ruimte en mogelijkheden biedt.

Door leerlingen meer vrijheid te bieden kunnen zij eigen keuzes maken en een actieve leerhouding ontwikkelen. Maar vrijheid betekent niet dat alles zomaar kan en mag. Het is een taak van de leerkracht om iedere leerling een structuur te bieden om vrijheid binnen grenzen te leren hanteren. Leerlingen krijgen de ruimte om te ontdekken en te experimenteren, maar worden tegelijk ook geconfronteerd met de relatie tussen wat ze doen en wat dat oplevert. Dat is voor leerlingen een geleidelijk leerproces, waarin zelfkennis en zelfinschatting een grote rol spelen.

3. Effectiviteit

Dalton is een ‘Efficiency measure’

Dalton is een maatregel om effectiever te werken: ‘a simple and economic reorganization of the school’. Parkhurst wil met haar Dalton Plan het schoolse leren doelmatiger maken. Daarom zijn effectiviteit en efficiency al vanaf het begin twee belangrijke begrippen. Effectiviteit en efficiency vooronderstellen duidelijkheid over de onderwijsopbrengsten. Parkhurst vindt dat het onderwijs een brede functie heeft. Onderwijs behoort kinderen en jeugdigen ook cultureel en moreel te vormen, zodat ze zelfredzaam en sociaal verantwoordelijk worden: geoefend in, gewend aan en voorbereid op leven, werken en samenleven.

Het daltononderwijs is gericht op een effectieve inzet van tijd, menskracht en middelen. Parkhurst wil omwille van de efficiency leerlingen juist verantwoordelijkheid in handen geven. Zij stelt dat als leerlingen een taak krijgen, waar zij verantwoordelijkheid voor dragen en die ze in vrijheid zelf plannen en uitvoeren, het onderwijs dan veel effectiever is dan het stilzit- en luisteronderwijs dat zij zelf doorlopen heeft. Parkhurst maakt in haar Dalton Plan van kinderen als het ware kleine ondernemers, die verantwoordelijkheid leren dragen voor het schoolwerk, hun eigen werk, dat ze in vrijheid uitvoeren.

4. Zelfstandigheid

‘Experience is the best and indeed the only real teacher’

Zelfstandig leren en werken op een daltonschool is actief leren en werken. Een leerling wil doelgericht werken aan een taakl of opdracht en is in staat om tijdens dit leerproces hulp te zoeken indien noodzakelijk. Deze manier van werken stimuleert het probleemoplossend denken van leerlingen.

Om later als volwassene goed te kunnen functioneren moet een leerling leren beoordelen welke beslissingen hij/zij moet nemen en wat de gevolgen daarvan zijn. De keuzevrijheid dwingt een leerling tot het nemen van zelfstandige beslissingen die voor hem effectief en verantwoord zijn.

5. Reflectie

‘I would be the first to hear welcome criticism’

Nadenken over je eigen gedrag en je eigen werk, is op daltonscholen belangrijk. Op veel daltonscholen maken leerlingen vooraf een inschatting van de moeilijkheidsgraad en de tijd van de opdrachten. Achteraf wordt hierover ook een feitelijke beoordeling gegeven en worden in gesprekjes regelmatig de inschattingen vooraf en de feitelijke beoordelingen achteraf met elkaar vergeleken. In zulke gesprekjes kan er dan bijvoorbeeld aandacht geschonken worden aan het feit waarom een kind steeds de rekenopgaven in de weektaak vooraf moeilijker inschat dan ze (achteraf) blijken te zijn.

Op andere aspecten van het werken in de klas wordt op een soortgelijke wijze gereflecteerd. Zo wordt geleidelijk de vaardigheid in het zelfstandig werken en het samenwerken opgebouwd. Het kritisch benaderen van onderwijskundige ontwikkelingen en inzichten is op een daltonschool vanzelfsprekend. Iedere docent die werkt op een daltonschool reflecteert op zijn/haar onderwijspraktijk en professioneel handelen. Ook op schoolniveau vindt reflectie over de kwaliteit van het daltononderwijs voortdurend plaats.

Deel deze pagina

Uitgelicht